De kurkeik is inheems in de landen van het westelijke Middellandsezee gebied en wordt in Portugal en Spanje ook gecultiveerd voor de productie van kurk. Wanneer de boom ongeveer 25 jaar oud is wordt hij voor het eerst gestript waarbij de dikke schorslaag voorzichtig – om de onderliggende levende lagen niet te beschadigen – wordt afgepeld. Deze schorslagen worden in de buitenlucht gedroogd en vervolgens verder bewerkt. Vaak wordt de kurk gemalen en vermengd met bepaalde stoffen als kunstharsen al naar gelang het gewenste eindproduct. Behalve als flessenkurk wordt kurk ook gebruikt voor o.a. schoenzolen, vloertegels en isolatiemateriaal. Nadat de boom gestript is groeit er weer een nieuwe schorslaag aan. Om de acht á tien jaar kan de eik weer opnieuw gestript worden. De kurkeik kan ongeveer 250 jaar oud worden en vele malen worden gestript. Vers gestripte kurkeiken hebben dieprode stammen en zijn dan op zijn mooist. Op deze foto zien we een ondergroei van witte en gele brem.